Pakistans probleem met India is niet Kashmir – deel II

Picture of Rajeev Lachmipersad

Rajeev Lachmipersad

In het kort

In het kort:

  • Met name vanaf 1977 (na de staatsgreep van generaal Zia Ul-Haq) is er d.m.v. stevige islamisering  van de samenleving ingezet op het creëren van een sterkere Pakistaanse identiteit en daarmee het voortbestaan van de staat Pakistan.
  • De ‘two-nations theory’ dient niet alleen op bestuurlijk niveau, maar ook in alle opzichten van het dagelijkse leven worden geïmplementeerd. De strijd tegen India wordt daarmee een beschavingsstrijd die boven al de etniciteiten uitstijgt. 
  • In eerste instantie leidde deze islamisering tot grotere loyaliteit aan de staat en het leger, vooral tijdens de Sovjetinvasie in buurland Afghanistan in 1979. Daarna namen regionale fricties toe, vanwege blijvende onder-representatie in centrale machtsstructuren in Rawalpindi (militaire centra) en Islamabad (politieke centra)
  • Etnische fricties blijven toenemen wegens een ‘oligarchisering’ van de economie, ten voordele van de militaire en (hun) politieke elite. Strijd tegen India wordt ingezet om deze fricties te doen afnemen en loyaliteit aan het leger te herstellen. 

Regio Update India | Op 17 april 2025 (vijf dagen voor de Kashmir-aanval) gaf de huidige stafchef van het Pakistaans leger Asim Munir (de machtigste man binnen Pakistan) een opmerkelijke speech. Hij gaf aan dat de ‘two-nations theory’ nog altijd springlevend is. Hindoes en moslims verschillen per definitie in alles van elkaar. En niet alleen dat, de Pakistanen werd opgedragen dat aan hun kinderen te vertellen, zodat dit nooit wordt vergeten. Een Kashmir in India, met een islamitische meerderheid, hoort daarom per definitie bij Pakistan. De eer van Pakistan is voor altijd verbonden aan Kashmir. 

De islamisering en ‘gezamenlijke’ identiteit

Het idee dat Hindoes per definitie in alles verschillen van moslims kreeg een flinke steun in 1971 (de genocide tegen Bengaalse Hindoes, onder leiding van generaal Yahya Khan) en in 1977. In 1977 pleegde generaal Zia Ul-Haq een staatsgreep en werd premier Zulfikar Ali Bhutto kort daarna geëxecuteerd. Ul-Haq zag in dat voor het creëren van een stevige Pakistaanse identiteit (en daarmee het voortbestaan van de staat Pakistan), de ‘two-nations theory’ niet alleen op bestuurlijk niveau, maar ook in alle opzichten van het dagelijkse leven actief moet worden geïmplementeerd. Stevige islamisering in alle aspecten van de samenleving en het leger werd ingezet. Sindsdien is hier niet meer van afgeweken. De strikte vorm van de Sharia werd overal geïmplementeerd, met flinke financiële steun voor strenge moskeeën en madrassa’s (Koranscholen) en kreeg ‘Jihad’ als doel een prominentere rol in het leger en onderwijs. 

Een strengere implementatie van de islam (en daarmee een grotere discrepantie met het Hindoeïstische India en Sjiitische Perzië) zouden regionale identiteiten doen overstijgen en meer loyaliteit doen afdwingen aan de imams, die op zichzelf loyaliteit doen afstralen aan de staat Pakistan en het leger. De strijd tegen India wordt meer dan een lokaal territoriaal conflict, het is nu in Pakistans opzicht een beschavingsstrijd, een Jihad, van de Islam tegen het Hindoeïsme. Sindsdien is de Pakistaanse samenleving fundamenteel veranderd. 

In eerste instantie leidde deze islamisering tot grotere loyaliteit aan de staat en het leger. Vooral de invasie in 1979 van de ‘ongelovige’ Sovjet-Unie tegen de Afghaanse ‘moslimbroeders’, maakte dat alle bevolkingsgroepen (met name de Pashtuns) een stevige islamisering doormaakten gedurende deze tien jaar lange ‘heilige oorlog’. Ook gaf dit de militaire top het fundament voor de oprichting en steun voor talloze jihadistische groepen in Pakistan en Kashmir. Deze ‘gezamenlijke islamitische identiteit’ leidde echter niet tot een meer evenredige vertegenwoordiging in de Pakistaanse machtsbasis in Rawalpindi (militaire centra) en Islamabad (politieke centra), beiden in Punjab. Deze is nog steeds stevig in handen van de Punjabi generaals en politici. 

(Foto: Pakistanen protesteren tegen de IMF leningen van het Pakistaans bestuur)

Het interne militair koloniale rijk

Daarbovenop heeft het leger stevige controle en belangen in bijna alle economische sectoren, en blijven de winsten vooral bij de militaire top hangen. Met name de Baloch’s hebben het voor het nakijken, gezien zij hun natuurlijke hulpbronnen zien verdwijnen in de zakken van bedrijven van de militaire top. De afscherming van de Pakistaanse markt tegen al te grote buitenlandse concurrentie, beschermen de bedrijven van het leger. Civiele bedrijven klagen vaak over de oneerlijke voordelen die militaire ondernemingen genieten, zoals belastingvoordelen en betere toegang tot staatsgrond. De formele en  informele cashstromen maken de Pakistaanse militaire top tot de rijkste personen in Pakistan, met privé golfclubs en luxueus vastgoed in het Westen. Ook de Punjabi bevolking zelf wordt niet gespaard, met als gevolg een economisch wanbeleid en al 24 IMF-noodleningen achter de rug (record in de wereld). Over de 25e wordt nu onderhandeld. 

De militaire top, waaronder generaals zoals Qamar Javed Bajwa en Asim Saleem Bajwa, is herhaaldelijk in verband gebracht met aanzienlijke persoonlijke rijkdom. Zo meldde het onderzoeksplatform FactFocus dat het vermogen van de familie van generaal Qamar Javed Bajwa tijdens zijn ambtstermijn tussen 2016 en 2022 groeide tot meer dan 12,7 miljard Pakistaanse roepies (55 miljoen dollar). Ook luitenant-generaal Asim Saleem Bajwa kwam onder vuur te liggen vanwege een uitgebreid zakelijk netwerk dat zijn familie opbouwde, met belangen in fastfoodketens en vastgoedontwikkelingen in Pakistan en de Verenigde Staten.

De invloed van het leger reikt veel verder dan persoonlijke vermogens. Diverse militaire instellingen beheren uitgebreide ondernemingen:

  • Fauji Foundation: Een van de grootste conglomeraten in Pakistan, actief in sectoren als cement, energie, voedselproductie, financiële diensten en gezondheidszorg. De opbrengsten dienen officieel om veteranen en hun families te ondersteunen.
  • Army Welfare Trust (AWT): Actief in verzekeringen, banken, vastgoed en landbouw.
  • Shaheen Foundation: Gelieerd aan de luchtmacht, actief in vastgoedontwikkeling, onderwijs en mediabedrijven.
  • Bahria Foundation: Gelieerd aan de marine, actief in scheepvaart, onderwijs en vastgoed.

De Balochi’s plegen aanslag na aanslag tegen de Pakistaans militaire infrastructuur, de Pashtuns in het noordwesten willen zich graag aansluiten bij Afghanistan, de Sindhis zien meer en meer in een eigen staat aan de zee en in Gilgit-Baltistan waren er protesten tegen de militaire onderdrukking en hier en daar zelfs voor aansluiting bij India. Ondertussen is in Punjab de woede nog steeds groot over het opsluiten van Imran Khan en is de steun voor het leger op een nieuw dieptepunt. In het verleden heeft een zelf geïnitieerde oorlog tegen India en/of het laten plegen van aanslagen door terreurgroepen altijd geholpen voor een nieuwe ‘rally around the flag’, vooral bij een tegenreactie vanuit India. Daarmee kwam ook de ‘publieke’ bescherming van de politieke en economische belangen van het leger. Er is immers weer sprake beschavingsstrijd tegen het Hindoeïstische India die alle etniciteiten en interne problemen overstijgen. Het is de vraag of India zich dit keer weer in deze ‘rationele’ berekening laat misbruiken en hoe anders tegen te slaan. 

Laatste artikelen

Nieuwsbrief? Meld je aan