Update Defensie | Als de oorlog in Oekraïne één ding heeft laten zien, is dat krijgsmachten in een modern conflict razendsnel door hun materieel heen ‘branden’. Oekraïne heeft inmiddels bijna 1000 tanks verloren, Rusland meer dan 3500 (contrasteer dit met de 18 Leopards die de Nederlandse landmacht op dit moment bezit en 46 die recent besteld zijn). Daarnaast hebben beide partijen duizenden andere pantservoertuigen verloren en honderden stuks artillerie. Rusland verliest gemiddeld per maand ongeveer net zoveel Infanteriegevechtsvoertuigen als dat de Nederlandse landmacht bezit. Kijk vooral eens naar het open-source overzicht van visueel bevestigde Oekraïense en Russische materiaal verliezen van Oryx.
Maar hoe staat het met de productie van defensie materiaal? Kort gezegd, wisselend – maar veelal slecht. Zo wordt de productie van Leopard tanks in Europa eindelijk weer opgestart. De afgelopen jaren waren bijna alle ‘nieuwe’ tanks die geproduceerd werden, grondige renovaties van bestaande tanks. Dit is natuurlijk op zichzelf niet problematisch, maar inmiddels zijn er amper ‘oude’ Leopards over die niet in actieve dienst zijn – in ieder geval niet op de schaal die noodzakelijk is om Europese krijgsmachten van honderden nieuwe tanks te voorzien. Daar komt nog eens bij dat er regelmatig conflicten zijn tussen fabrikanten.
Zo sneuvelde een deal om de italiaanse krijgsmacht te voorzien met honderden nieuwe Leopard 2 tanks over lokale productie, wordt er al lange tijd geruzied over de eigendomsrechten van de Leopard 2 en zijn er complexe onderhandelingen over de werkverdeling tussen Frankrijk en Duitsland voor de gemeenschappelijke opvolger van de Leopard 2 en Leclerc tanks. Van het ‘even’ en ‘gemakkelijk’ opvoeren van tankproductie is dus (nog) geen sprake, al zijn de daadwerkelijke bestellingen voor nieuwe tanks door onder andere Nederland een goed begin.
Een ander groot tekort is zichtbaar in de productie van luchtdoelraketten, onmisbaar voor de verdediging van onder andere kritieke infrastructuur tegen kruis- en ballistische raketten. De productie van de belangrijkste raketten voor luchtverdediging ligt op enkele tientallen tot honderden stuks per jaar – bij lange na niet voldoende voor een conflict met bijvoorbeeld China. Productie van bijvoorbeeld de PAC-3 raket (onderdeel van Patriot-systeem en in gebruik door onder andere Nederland) ligt rond de 500 stuks per jaar, terwijl de productie van andere systemen nog veel lager ligt, soms zelfs onder de 100 stuks per jaar. Dit terwijl de Amerikaanse marine tegen de relatief licht bewapende Houthi rebellen in Jemen al honderden luchtdoelraketten moest inzetten.
Ditzelfde geldt voor offensieve wapens zoals kruisraketten. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben veel Storm Shadow kruisraketten aan Oekraïne gedoneerd, maar de productie van deze raketten is de afgelopen jaren nog steeds niet herstart, terwijl een opvolger nog vroeg in ontwikkeling is. In totaal zijn er voor Europese landen enkele honderden Storm Shadows geproduceerd – lang niet voldoende voor een groot conflict: de VS gebruikte tegen de eerder genoemde Houthi rebellen al 135 Tomahawk kruisraketten.
De productie van een absoluut essentieel middel, 155mm artillerie granaten, is sinds de start van de oorlog in Oekraïne enorm gegroeid (voornamelijk door het zeer hoge artillerie gebruik daar) en vele malen groter dan voorheen. Toch ligt de jaarlijkse productie in de NAVO nog niet op niveau van de maandelijkse (!) productie tijdens de koude oorlog.
Is het dan alleen maar kommer en kwel? Nee, gelukkig zijn er ook succesnummers. Zo is Oekraïne erin geslaagd om de productie van haar eigen 2S22 155mm houwitser op te voeren. Toen Rusland in 2022 binnenviel, was er slechts één prototype. Inmiddels produceert Oekraïne meer dan 20 stuks per maand. Ook Frankrijk slaagde erin om de productie van de vergelijkbare CAESAR houwitser te verhogen van 2 naar 12 stuks per maand. Lockheed Martin wist de productie van HIMARS raket artillerie systemen met 60% te verhogen. Een ander succesverhaal is het Canadese Roshel, dat lichte pantservoertuigen op commercieel chassis produceert. Inmiddels zijn er meer dan 1400 van deze voertuigen aan Oekraïne geleverd. Ondanks dat dit soort lichte voertuigen geen volwaardig alternatief zijn voor zwaar gepantserde systemen, is iedere vorm van bescherming welkom in een landschap vol drones en artillerie.
Veel Europese landen kijken ook verder weg: zo schaft Polen honderden Koreaanse tanks en (raket)artillerie aan vanwege de veel kortere levertijden. Inmiddels heeft Polen al enkele tientallen K2 tanks en K9 pantserhouwitsers geleverd gekregen en werkt ook aan de start van binnenlandse productie in Polen. Echter, ondanks dat dit soort deals lucratief lijken gezien de korte levertijd, betekent dit wel productie (en dus ook afhankelijk) van een land ver weg en meestal een hogere prijs. Een laatste succesnummer is misschien onverwachts – maar de productie van JSF’s ligt inmiddels op meer dan 100 stuks per jaar: een zeer hoog aantal voor zo’n geavanceerd product.
Wat zijn de oplossingsrichtingen?
- Investeer in capaciteit – niet louter productie. Opschalen moet vooral kunnen wanneer nodig, maar van sommige systemen wil je niet eindeloze voorraden aanhouden (ook raketten hebben “houdbaarheidsdatum”). Zorg ervoor dat productie bij kan benen met consumptie, zeker bij munitie. Het opschalen van een bestaande productielijn die op een laag pitje draait is vele malen sneller te bewerkstelligen dan een productielijn te heractiveren, ook omdat er bij complexe systemen veel afhankelijkheid is van toeleveranciers.
- Nieuwe dreigingen vragen om nieuwe antwoorden. Gezien de kostbaarheid en lage productie van luchtdoelraketten ten opzichte van de lage kosten en hoge productie van bijvoorbeeld drones, is kosteneffectieve bestrijding noodzakelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan luchtdoelkanonnen. Ondanks dat deze enkele jaren geleden achterhaald leken (en Nederland dus al haar systemen verkocht), leert Oekraïne ons de waarde van deze systemen voor betaalbare luchtverdediging.
- Neem commercieel als basis. Het gebruik van commerciële basis maakt productie veel beter schaalbaar. Bouw pantservoertuigen dus niet op speciale chassis, maar op basis van vrachtwagenchassis dat al in grootschalige productie is. Een voorbeeld hiervan is het MRAP programma. Door bermbommen was er een urgente vraag voor meer gepantserde voertuigen voor de Amerikaanse krijgsmacht in Afghanistan en Irak. In samenwerking met commerciële bedrijven werden daarom in rap tempo verschillende types pantservoertuigen ontwikkeld en in enkele jaren tijd vele duizenden geproduceerd. Deze voertuigen gebruikten veelal commerciële onderdelen en waren gebaseerd op een bestaand ontwerp. Ondanks dat veel MRAP voertuigen niet perfect waren, worden de overschotten van Irak en Afghanistan nu met succes gebruikt in Oekraïne, een slagveld waar ze eigenlijk nooit voor ontwikkeld waren. Opnieuw: imperfecte bescherming is beter dan helemaal geen bescherming!
- Koop meer van hetzelfde. Europese landen hebben altijd de neiging gehad om voor nationale standaarden eigen systemen te ontwikkelen die een specifieke niche vullen. Het gevolg? Hoge ontwikkelingskosten, hoge kosten per stuk door lage vraag, weinig exportpotentieel en geen schaalbare productielijn. Koop dus meer van dezelfde systemen en kijk naar waar internationaal, in plaats van alleen nationaal, de vraag ligt – ook als dit betekent dat een systeem misschien niet ‘perfect’ is.
- Zorg voor meer concurrentie. De productie van veel essentiële systemen is op dit moment in handen van slechts een klein clubje producten die over het algemeen geen concurrentie kennen. Dit zorgt voor hoge kosten en maakt het betaalbaar opschalen van productie lastig.