Regio update Defensie | Alhoewel we pas aan het begin staan van het (tweede) presidentschap van Trump, zijn de gevolgen nu al haast niet meer te overzien. In korte tijd lijkt de Verenigde Staten de kant te kiezen van Rusland in Oekraïne en wordt er gedreigd met de terugtrekking van Amerikaanse militairen uit Europa en de sluiting van legerbases – om nog maar te zwijgen van de dramatische gebeurtenissen in de Oval Office.
Tegelijkertijd startte het Pentagon met het in kaart brengen van enorme bezuinigingen op defensie om te kunnen ‘herprioriteren’ op de zaken die voor Trump belangrijk zijn – en de veiligheid van Europa lijkt daar niet één van te zijn. Het is zeer de vraag of Europa nog kan rekenen op de VS in het geval van oorlog en of de VS haar verplichtingen onder artikel 5 aan Europese NAVO lidstaten na zal komen. Oftewel: Europa zal zichzelf moeten zien te verdedigen. Maar kan dat?
Wat levert de VS voor de veiligheid van Europa?
Vooropgesteld: Rusland is op dit moment niet in staat om Europa aan te vallen, nu een groot gedeelte van haar krijgsmacht is ingezet in Oekraïne. Een meer reëel risico is dat door een Trump-Poetin “vrede” in Oekraïne Rusland in staat wordt gesteld haar krijgsmacht te herbouwen en over een paar jaar een nieuwe poging te wagen om Oekraïne te onderwerpen – en dan misschien direct een paar andere landen probeert mee te nemen. Een snelle eerste berekening laat zien dat Europa zo’n 300.000 extra soldaten moet zien te trainen en uit te rusten, alsmede vele duizenden tanks, pantservoertuigen en artilleriegeschut om Europa te kunnen verdedigen – zo’n 50 brigades (een gevechtseenheid van zo’n 5000 militairen).
De geschatte kosten? Een slordige 250 miljard euro, oftewel zo’n 3.5% van het BBP. Dit alles om de ruggengraat van de Europese defensie te versterken, die nu vooral door de VS wordt geleverd: zware gemechaniseerde brigades, bestaande uit tanks en andere pantservoertuigen die effectief slag kunnen leveren met grote aantallen Russisch materiaal. Dit gaat overigens nog voorbij aan de andere capaciteiten die de VS levert, zoals op het gebied van inlichtingen (denk aan satellieten) en training (bijvoorbeeld voor piloten). Op papier heeft Europa vele malen meer militairen en materieel dan Rusland nu in Oekraïne heeft, maar dit is versplinterd over veel verschillende landen, bestaat uit verschillende soorten materieel en wordt niet centraal geleid, getraind of uitgerust. Daarnaast zijn de munitie voorraden laag, zijn er veel vacatures en is de inzetbaarheid na decennia van bezuinigingen laag.
Wat Nederland te bieden heeft
Gezien de omvang van de uitdagingen, is het essentieel om niet te redeneren vanuit een percentage van het BBP (“2% naar defensie”) maar om allereerst vast te stellen welke capaciteiten Nederland zou moeten leveren, om daar vervolgens de juiste financiering bij te leveren. Nederland levert op dit moment, voor een relatief klein land, een aantal belangrijke capaciteiten. Zo investeert Nederland in langeafstandsraketten voor zowel de marine als luchtmacht en is de terugkeer van raket artillerie een belangrijke aanvulling voor de landmacht. Daarnaast beschikt Nederland over geavanceerde luchtafweer, zowel op land met Patriot installaties en op zee door middel van geavanceerde radarsystemen en luchtdoelraketten op marine schepen.
Tegelijkertijd is de slagkracht op land beperkt: Nederland kent op dit moment maar 3 brigades, waarvan slechts één bestaat uit gepantserd en gemachineerd materieel, zoals tanks en infanterie-gevechtsvoertuigen. Hiervan is het tankbataljon dan ook nog eens een grotendeels Duitse eenheid met 18 geleasede Duitse Leopard 2 tanks. Hier komt met de aanschaf van 46 nieuwe Leopard 2 tanks wel een nieuw Nederlands tankbataljon bij. In het geval van een grootschalig conflict met Rusland zou dit de enige eenheid zijn die daadwerkelijk de confrontatie aan zou kunnen gaan met Russische tank colonnes.
Prioriteiten en keuzes maken
Met de terugtrekking van de VS (al moet natuurlijk het één en ander nog wel uit kristalliseren), lijkt het zwaartepunt van de Europese (en dus ook Nederlandse) defensie weer te verschuiven naar de landmacht. De grofweg 50 noodzakelijke nieuwe Europese brigades zouden betekenen dat Nederland – om te beginnen – minstens 2 nieuwe brigades moet oprichten, inclusief tanks, pantservoertuigen, artillerie, getrainde militairen en ander materieel. Geen malse opgave, maar zeker niet onhaalbaar: immers, tijdens de koude oorlog kende de landmacht 3 divisies van elk 3 brigades, met in alle brigades 1 of 2 tankbataljons met in totaal 913 (!) tanks en bijna 3000 (!) pantservoertuigen.
Nu Nederland nieuwe Leopards heeft besteld en de CV90 infanteriegevechtsvoertuigen worden geupgrade en ook voor de Oekraïense krijgsmacht productie van CV90’s in Nederland opgezet wordt, is de tijd meer dan rijp om om de slagkracht van de landmacht te verbeteren. Dit is echter pas het begin: in een meer instabiele wereld is verdere versterking van de krijgsmacht onontkomelijk, zowel om de voor Europa belangrijke handelsroutes te beschermen, als partners op andere continenten. De ‘muscle’ van de VS in midden- en oost Europa vervangen is slechts één onderdeel van de opgaven waar Europa voor staat.
Voor beleidsmakers:
- Stel in Europees verband een heldere taakverdeling op: niet wie kan wat leveren, maar wie gaat wat leveren. Het concrete uitgangspunt hierbij zou moeten zijn welke capaciteiten er nodig zijn om Europa te verdedigen tegen een grootschalige Russische invasie, zoals Oekraïne in 2022 te verduren kreeg. Zorg ervoor dat, net zoals tijdens de koude oorlog, er duidelijke afspraken zijn over wie welk gedeelte van Europa verdedigt, inclusief de Noordzee en Atlantische Oceaan. Dat betekent ook dat Europese landen troepen zullen moeten stationeren in bijvoorbeeld de Baltische staten, waar ongeveer 50.000 Europese troepen noodzakelijk zijn om de krijgsmachten van de Baltische staten effectief bij te staan bij een Russische invasie.
- Realiseer dat het oprichten van nieuwe eenheden meer is dan alleen het rekruteren van personeel en het aanschaffen van materiaal: zo moet er ook ruimte gecreëerd worden om te kunnen oefenen met grootschalige manoeuvres, leert Oekraïne ons het belang van drones voor zowel verkennings- als offensieve rollen en is het verbeteren van de luchtverdediging op korte afstand onontbeerlijk. De aanschaf van nieuwe systemen hiervoor is dan ook een stap in de goede richting.
- Investeer in autonome Europese commando, communicatie en inlichtingen-infrastructuur voor defensie. Europese krijgsmachten kunnen niet gezamenlijk opereren als zowel “blind” en “doof” zijn door een gebrek aan satellieten, verbindingen en communicatie.
- Onontbeerlijk is ook om het gesprek te voeren over nucleaire afschrikking: zonder de VS zijn Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de enige NAVO kernwapens machten, maar zij hebben een aanzienlijk kleiner arsenaal dan Rusland en heldere afspraken zijn nodig voor nucleaire afschrikking van Russische militaire ambities.
- Grijp de kans aan om te standaardiseren in materiaal, doctrine en training. Europese landen moeten als één krijgsmacht kunnen vechten, fragmentatie betekent zwakte. Europa kent 178 verschillende hoofdwapensystemen, de VS maar 30. Meer standaardisatie, interoperabiliteit en inkoop betekent ook lagere kosten.
- Lokaliseer productie van materiaal zo veel mogelijk, zowel voor korte levertijden voor reserveonderdelen als het garanderen van onafhankelijkheid van de VS – al is er realistisch gezien niet voor ieder Amerikaans systeem een voor de hand liggend Europees alternatief. Kijk hiervoor dan ook verder dan alleen Europa: Zuid-Korea en Japan hebben bijvoorbeeld beide een geavanceerde defensie-industrie met export mogelijkheden.
- Werk zo snel mogelijk aan oplossingen voor de personeelstekorten bij defensie, eerst om bestaande eenheden op sterkte te brengen en vervolgens om nieuwe eenheden en reserves te bemensen. Dat er naar het Zweedse model van dienstplicht gekeken wordt is dan ook goed.