Pakistans probleem met India is niet Kashmir – deel I

Picture of Rajeev Lachmipersad

Rajeev Lachmipersad

In het kort

In het kort:

  • Kijkend naar de belangen van de Pakistaanse militaire en politieke elite en hun greep op Pakistan, is de aanslag in Kashmir volkomen ‘rationeel’. Kashmir is slechts een politiek theater voor de Pakistaanse generaals en (hun) politici.
  • Pakistan kent sinds zijn oprichting twee interne machtsstrijden: 1) tussen de democratisch gekozen regering en het Pakistaans leger en 2) Tussen de elites van de Punjab provincie (de grootste provincie en de machtsbasis) en de andere grotere etnische groepen.
  • De kashmir-issue draagt bij aan het proberen te binden van de verschillende etniciteiten achter het gezag en anderzijds het recht blijven doen aan de ideologische basis van Pakistan, namelijk de ‘two-nations theory’
  • Enig verzet van de premiers tegen de belangen van het leger wordt beantwoord met executie of gevangenzetting, zoals Imran Khan in 2023. 

Regio Update india | Op 22 april 2025 vond de zoveelste brute terroristische aanslag plaats in Kashmir, met als gevolg een heropleving van het meer dan zeven decennia durend conflict tussen India en Pakistan, twee nucleaire machten. Kijkend op de kaart van het Indiase subcontinent, kan niemand om de gedachte heen dat vrede tussen India en Pakistan enorme voordelen zou opleveren voor de bevolkingen van beide landen.

De 1,4 miljard Indiërs en de 255 miljoen Pakistanen zouden gezamenlijk van het Indiase subcontinent een economische, geopolitieke en eventuele militaire powerhouse kunnen maken; we praten immers over een gezamenlijke bevolking dat 3,7 keer de EU-bevolking en vijf keer de Amerikaanse bevolking is, een geografie dat perfect tussen stevige natuurlijke hindernissen is omringd en een potentiële mega-interne markt voor alle industriële sectoren.

Een gedachte die ook de Indiase onafhankelijkheidstrijders en leiders voor ogen hadden, net als het overgrote deel van de Brits-Indiase bevolking, zowel de Hindoes als de moslims. Een gedachte die ook na de splitsing tussen India en Pakistan in 1947 is blijven hangen en de basis vormde voor de zes officiële vredespogingen in de afgelopen zeven decennia; allemaal geïnitieerd door India.

En toch; als tegenreactie heeft India niks anders ontvangen dan vier conventionele oorlogen en talloze (Pakistan gefaciliteerde) jihadistische terreuraanvallen. De Pakistaanse opperbevelhebber Asim Munir gaf op 17 april 2025 nog aan dat aan Kashmir de eer van Pakistan verbonden is. Zolang India nog een deel van Kashmir in handen heeft, is vrede met India onmogelijk. 

Het klinkt onlogisch; zulke enorme potentiële voordelen voor beide volken laten varen voor een grensconflict in één provincie, waarvan het nu ook decennialang in tweeën is gesplitst (en daarbij ook nog eens het eigen land Pakistan als vrijhaven voor terroristen laat gebruiken)? Het klinkt onlogisch, omdat het ook onlogisch is als je kijkt naar landsbelangen en denkt vanuit een democratie. Echter, in het denken volgens de belangen van de Pakistaanse militaire en politieke elite en hun greep op Pakistan is dit volkomen ‘rationeel’. Kashmir is slechts een politiek theater voor de Pakistaanse generaals en (hun) politici. Pakistans probleem met India is niet Kashmir. 

Pakistan kent sinds zijn oprichting twee interne machtsstrijden: 1) tussen de democratisch gekozen regering en het Pakistaans leger en 2) Tussen de elites van de Punjab provincie (de grootste provincie en de machtsbasis) en de andere grotere etnische groepen in de provincies Sindh, Baluchistan, Khyber-Pakhtunkhwa (Pashtuns) en in Gilgit-Baltistan. Kashmir en de instandhouding van het conflict met India is een spil in het ideologisch legitimeren van bestaande machtsstructuren en zelfs van het bestaan van de staat Pakistan. 

Premier Imran Khan (PTI-Party), premier tussen 2018 en 2019

De droom van een moderne islamitische seculiere staat

In de afgelopen maanden hadden de Pakistaanse ordediensten hun handen vol aan de mega protesten in het land. Sinds de zeer populaire premier Imran Khan (van de PTI-partij) in 2022 is afgezet en vanaf 2023 in de gevangenis zit, bevindt het wantrouwen van de Pakistaanse bevolking jegens het leger zich op een hoogtepunt, zelfs onder de Punjabis (de machtsbasis van Pakistan en het leger). Imran Khan beloofde de Pakistanen een moderne islamitische semi-seculiere staat, naar voorbeeld van Pakistan’s oprichter Muhammad Ali Jinnah. Voor de zoveelste keer stapte het leger in en greep het de macht weer naar zich toe. 

Ook Imran Khan was een fervent voorstander van het ‘oppakken’ van de Kashmir-issue, net als de eerder democratisch gekozen leiders voor hem (tussen alle staatsgrepen en de continuerende dé-facto militaire regimes door). Dit heeft enerzijds te maken met het proberen te binden van de verschillende etniciteiten achter het gezag en anderzijds het recht blijven doen aan de ideologische basis van Pakistan, namelijk de ‘two-nations theory’ (Het idee dat moslims en hindoes per definitie niet in één land kunnen wonen en één volk kunnen zijn). 

Al vanaf de onafhankelijkheid in 1947 is het creëren van een Pakistaanse identiteit de prioriteit van de Pakistaanse bestuurlijke en militaire elite. Pakistan bestaat immers uit vele etniciteiten, verdeeld over de provincies Punjab, Sindh, Balochistan, Khyber-Pakhtunkhwa (Pashtuns) en Gilgit-Baltistan. Al sinds het ontstaan van de staat Pakistan zit de bestuurlijke en militaire machtsbasis in de Punjab-provincie, wat al vroeg bij de andere etniciteiten (met name bij de Balochi’s en recentelijk ook de Pashtuns) tot groot wantrouwen leidden. Deze wantrouwen naar de Punjabi militaire en politieke elite, zware ondervertegenwoordiging in het centrale gezag en onderdrukking van de eigen taal leidde in 1971 zelfs tot de afsplitsing van de Bengalen in Oost-Pakistan (bijna de helft van de toenmalige Pakistaanse bevolking) en creëerden zij de staat Bangladesh. 

Daarbovenop heeft het militaire gezag sinds het overlijden van Jinnah in 1948 een steeds sterkere rol gespeeld in het centrale bestuur. Naar buiten projecteren zij zichzelf als de hoeders van de staat Pakistan. Intern heeft het leger in de afgelopen decennia het democratisch proces stevig ingeperkt, ten voordele van eigen politieke en economische belangen (in bijna alle sectoren). Inmiddels is Pakistan verworden tot een militaire staat, waarbij het ‘democratisch’ gekozen bestuur en politieke partijen worden geïnstalleerd na zegen van de militaire top (zoals ook de installatie van Imran Khan in 2018 en van de huidige premier Shehbaz Sharif in 2022). Enig verzet van de premiers tegen de belangen van het leger wordt beantwoord met executie of gevangenzetting, zoals Imran Khan in 2023. 

Laatste artikelen

Nieuwsbrief? Meld je aan