Game changers in Oekraïne?
Regio update Defensie | Als er één ding opvalt in de wapensteun aan Oekraïne over de afgelopen jaren (en zeker sinds de grootschalige Russische invasie in februari 2022), is het de aarzelende houding van westerse landen om bepaalde wapens te leveren. Telkens twijfelde regeringenof er geen Russische ‘rode lijnen’ overschreden zouden worden. Na ruim drie jaar oorlog is het vrij duidelijk dat de rode lijnen van het Kremlin ernstig te lijden hebben onder inflatie. Maar de invloed van de zogenaamde rode lijnen werd versterkt door hoe er over westerse wapens gepraat werd in de media.
Ieder nieuw systeem zou een ‘game changer’ zijn die het verloop van de oorlog zou veranderen. In de beginfase ging dit vooral over antitankwapens (bijvoorbeeld de illustere Javelin’s) die een ontegenzeggelijk belangrijke rol speelden in het vernietigen van Russische tank colonnes rondom Kyiv. Daarna ging het vaak over de vermeende superioriteit van westerse artillerie, westerse tanks (zoals door Nederland geleverde Leopard 2’s), westerse straaljagers (de F-16 discussie is nog vers) en, misschien wel het meest controversieel, de levering van lange afstandsraketten zoals ATACMS en Storm Shadow.
Wat al deze systemen gemeen hebben is dat ze daadwerkelijk het materiaal vertegenwoordigen waarmee de NAVO ook zou vechten bij een eventueel conflict met Rusland. In plaats van in het buitenland aangekochte systemen of verouderd materieel uit reserves, waren dit relatief moderne systemen, rechtstreeks uit het arsenaal van NAVO lidstaten. Dit zorgde ook voor hoge verwachtingen: hypermoderne westerse wapens zouden wel even afrekenen met de ‘ouderwetse’ Russische krijgsmacht.
Veel westerse systemen spelen een belangrijke rol in Oekraïne: PATRIOTS beschermen steden als Kyiv tegen Russische ballistische- en kruisraketten. F-16’s halen drones neer en bieden luchtsteun aan troepen aan het front. Nederlandse YPR pantserrupsvoertuigen beschermen infanterie tegen artillerie inslagen en Amerikaanse HIMARS raket artillerie had een zeer groot effect op de Russische achterhoede. Maar – van een kentering aan het front is geen sprake.
Waarom geen game changers?
Hoe kan het dat al deze wapensteun niet tot enorm grote verandering heeft gezorgd? Allereerst zijn de aantallen een probleem. De oorlog in Oekraïne is zeer intens waardoor de verliezen van materiaal hoog zijn. Dan maakt de levering van bijvoorbeeld 31 Abrams tanks door de VS echt amper verschil! Sterker, de veelheid aan verschillende systemen zorgt ook voor logistieke uitdagingen: het Oekraïense leger opereert inmiddels 13 (!) verschillende type tanks, met 5 verschillende soorten munitie en zeer complexe aanvoerlijnen voor reparaties en reserveonderdelen.
Daarnaast – het politieke gesteggel in westerse regeringen zorgde ervoor dat er geen enkel verrassingseffect uitging van de levering van bepaalde systemen. De Russische krijgsmacht kon de komst van bepaalde systemen anticiperen en hun strategie aanpassen, al voordat de systemen daadwerkelijk werden ingezet. En zelfs als regeringen besloten leveringen geheim te houden, is er regelmatig informatie gelekt via de media, al voordat de systemen geleverd waren.
Maar het allerbelangrijkste is dat de levering van één specifiek systeem, zelfs in grote aantallen, geen complete transformatie betekent. De levering van bijvoorbeeld meer dan 100 Leopard 2 tanks (zoals een paar jaar geleden gebeurde) of tientallen F-16’s (zoals nu gaande is), betekent niet dat de Oekraïense land- of luchtmacht opeens volledig gemoderniseerd is. Naast de levering van wapensystemen, is ook training, manschappen, munitie, integratie in communicatiesystemen en onderhoud nodig – waaraan een groot tekort is. Een tank is een krachtig wapen, maar de ware sterkte licht in het samenspel met andere systemen, zoals artillerie, luchtsteun, inlichtingen, communicatie en verkenning.
Een pijnlijk voorbeeld hierbij is de 155ste gemechaniseerde brigade. Deze zou volledig in Frankrijk getraind en uitgerust worden. Echter, er waren problemen met de desertie van personeel, de brigade werd niet als één eenheid ingezet en de commandant werd gearresteerd. Maar misschien nog wel opvallender: de brigade was niet voorzien van drones of apparatuur voor elektronische oorlogvoering, zoals ‘jammers’. Dit zijn middelen die onmisbaar zijn op het slagveld in Oekraïne, en het ontbreken hiervan maakt een eenheid zeer kwetsbaar. De brigade was misschien wel getraind naar westerse standaard, maar dat zijn misschien niet 1 op 1 de standaarden die nodig zijn voor het front in Oekraïne!
Tot slot past Rusland zich ook aan. Na drie jaar oorlog (en talloze mislukte en geslaagde operaties) weet de Russische krijgsmacht inmiddels ook de zwakke plekken van zelfs de meest moderne westerse systemen. Zo kunnen GPS geleide wapens succesvol gejammed worden waardoor de effectiviteit afneemt en dankzij investeringen in bijvoorbeeld (kamikaze) drones en surveillance slaagt Rusland er met enige regelmaat in om Oekraïense aanvallen met westers materieel af te slaan.
Zo heeft Rusland succesvol HIMARS en PATRIOT installaties vernietigd, een deel van de Leopard 2 vloot van Oekraïne uitgeschakeld met compacte FPV drones en artilleriegeschut met Lancet drones. Ondanks dat het front in Oekraïne zeer statisch is, geldt het tegenovergestelde voor de militaire ontwikkelingen, die elkaar in zeer rap tempo opvolgen – en daardoor amper worden bijgebeend door de westerse defensie-industrie.
Hoe dan wel?
Wat is dan wel de sleutel tot succes? Uiteindelijk berust de kracht van iedere militaire formatie zich in het vermogen om verschillende systemen succesvol samen te laten werken. Ieder systeem kent zwakke plekken, die gedekt moeten worden door andere systemen. Zo is een tank zoals de Leopard 2 het best beschermde voertuig met zeer zware bewapening – maar is kwetsbaar voor infanterie met antitankwapens en goed gemikte drones. Daarom moet een tank in het huidige landschap vergezeld worden door korte-afstands luchtverdediging tegen drones en zijn er infanterie en verkenningsdrones nodig om vijandige infanterie met antitankwapens te signaleren.
De kracht zit in het opvangen van de kwetsbaarheden van individuele eenheden of systemen, met als gevolg de kracht van het totaal van de formatie te versterken. Het waren ook precies dit soort zwakheden die ervoor zorgden dat de Russische invasie van Oekraïne in 2022 op den duur spaak liep: tanks werden ingezet zonder infanterie of verkenningseenheden, waardoor ze gemakkelijk ten prooi vielen aan groepjes Oekraïense infanterie die uitgerust waren met antitankwapens en succesvolle hinderlagen wisten op te zetten.
Bottom line is dat het leveren van één enkel systeem nooit een game changer zal zijn. Hierin zit niet alleen een les voor hoe er in de media en politiek gesproken wordt over wapenleveringen, maar ook voor de eigen krijgsmacht: het wegbezuinigen van één component (zoals tanks of korte afstand luchtverdediging) zorgt voor een ‘gat’ dat vele malen groter is dan verwacht. In essentie kan een hele eenheid in gevaar zijn, als het aan één element ontbreekt.
Gevolg is dat nu Nederland in allerijl precies de capaciteiten weer probeert te verwerven die een decennium geleden zijn wegbezuinigd – en dat tegen veel hogere kosten. Ter illustratie: Nederland verkocht zo’n 10 jaar geleden 100 Leopard 2 tanks aan Finland voor 200 miljoen euro, maar is nu tussen de 1 en 2.5 miljard kwijt voor de aanschaf van 46 nieuwe Leopard 2 tanks. Ook werden 60 luchtafweer kanonnen verkocht voor een luttele 21 miljoen euro aan Jordanië – die ze vervolgens voor 110 miljoen dollar aan de VS verkocht voor levering aan Oekraïne.
Voor beleidsmakers
- Laat je niet verleiden door de praatjes over game changers. Slechts zeer zelden is er een systeem dat doorslaggevend is of daadwerkelijk een groot aantal bestaande systemen kan vervangen.
- Temper de (publieke) verwachtingen over wat de betekenis is van een zeer beperkt aantal geleverde westerse systemen aan Oekraïne.
- Realiseer dat iedere militaire formatie zo sterk is als de zwakste schakel en dat arbitrair snijden in bepaalde capaciteiten de gehele formatie in gevaar brengt. Wees daarom ook voorzichtig met het verkopen van schijnbaar ‘overtollig’ materiaal.