Update Noord- Zuid Korea | Afgelopen vrijdag kwam er een nieuw rapport uit van de Zuid-Koreaanse NGO Citizens’ Alliance for North Korean Human Rights: Made in China: How Global Supply Chain Fuels Slavery in North Korea’s Prison Camps, The Case of Chongori Kyohwaso No.12. De timing was perfect, want ondanks de zeer lange titel van het rapport gaat het in feite over hoe Noord-Korea sinterklaasbaarden (en andere pruiken) laat maken door concentratiekampgevangenen en die nog steeds over de hele wereld weet te laten verkopen. Mocht u een dezer dagen een sinterklaasbaard opplakken (of een Santa Claus-baard voor diegenen die wat gevoeliger zijn voor de Amerikaanse mode), denk dan even aan het afschrikwekkende leven van degene wiens vingers de baard vervaardigd hebben.
Deze NGO, Citizens’ Alliance, is in de eerste plaats voornamelijk bezig met het verbeteren van de mensenrechten van Noord-Koreanen. In feite betekent dat het aandacht vragen voor mensenrechtenschendingen begaan door de Noord-Koreaanse staat (veel meer kun je niet doen voor Noord-Koreanen in Noord-Korea) en je best doen voor gevluchte Noord-Koreanen in Zuid-Korea. Maar de directeur van Citizens’ Alliance, dr. Joanna Hosaniak, draait al een hele tijd mee in de wereld van mensenrechten en Noord-Korea en heeft een zeer helder begrip van hoe het land werkt. En geloof het of niet, maar Noord-Koreaanse sinterklaasbaarden hebben alles te maken met de Noord-Koreaanse aanwezigheid aan de kant van Rusland in de oorlog tegen Oekraïne. Dat klinkt raar, maar op bladzijde 67 van dit rapport legt Joanna Hosaniak glashelder uit waarom de pruikenproductie niet alleen een ernstig mensenrechtelijk probleem is, maar ook een duidelijke geopolitieke component heeft:
“While much attention has been directed toward North Korea’s forced labor exports, cryptocurrency activities, hacking operations, and the transfer of sensitive technology, it is crucial to acknowledge that illicit financial flows through North Korean foreign trade companies and their numerous joint ventures are integral components of a larger criminal system, which is built upon a slavery machine.”
De Noord-Koreaanse staat verdient al jaren en jaren goed geld door door middel van allerlei overzeese financiële netwerken zaken te doen met lokale (Europese, Afrikaanse, Midden-Oosterse, Aziatische) bedrijven, al dan niet via soms heel schimmige constructies met joint ventures en zelfs Noord-Koreaanse zakenmensen die zich voordoen als iemand anders. Dat soort netwerken handelt in drugs, neushoornhoorns, nep-Viagra en natuurlijk mensen. Nu is het verleidelijk om Noord-Korea hier als de grote boef te zien, maar er is geen handel zonder afnemer en de afnemers van deze en andere producten bevinden zich nu eenmaal niet in Noord-Korea. Ook de joint ventures zijn alleen mogelijk met de medewerking van lokale bedrijven – die daarbij trouwens net als de afnemers zich al dan niet bewust schuldig kunnen maken aan het overtreden van bijvoorbeeld sanctiewetgeving.
Nu heb ik met mijn collega’s en studenten jarenlang onderzoek gedaan naar dit soort overzeese financiële activiteiten van Noord-Korea en het is mijn stellige overtuiging dat één van de weinige manieren om leverage te verkrijgen over Noord-Korea (met andere woorden, Noord-Korea te kunnen dwingen om serieus aan de onderhandelingstafel te verschijnen) het in kaart brengen van deze overzeese netwerken is. En als dat nodig wordt geacht deze dan plat te leggen – ook omdat het via deze netwerken is dat technologische en andere kennis naar Noord-Korea wordt getransporteerd, in weerwil van de sancties. Een bijvangst is dat de samenwerking met internationale bedrijven op deze manier wordt tegengegaan, zodat lidstaten van de EU bijvoorbeeld niet aan de ene kant miljarden aan steun aan Oekraïne geven, terwijl het Oekraïense leger vecht met Noord-Koreaanse soldaten die deels getraind en uitgerust zijn met geld dat dankzij bedrijven uit diezelfde lidstaten verdiend is door het Noord-Koreaanse regime.
Want dat is wel de paradoxale situatie waarin we ons bevinden – er zijn twee boeken die ik heb gelezen en die deze op het eerste gezicht absurde dynamieken in oorlogen glashelder maken: Catch-22 van Joseph Heller en De schaduw van de wapens van Hwang Sok-yong. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is deze kant van oorlogvoering te begrijpen (en als staat je er tegen te verdedigen) en dat geldt nog meer in het geval van een land als Noord-Korea. Geopolitiek is, om het met bordspellen te vergelijken, niet alleen Risk, maar net zo goed Monopoly. Oorlogen worden maar deels op het slagveld uitgevochten en we zijn al rijkelijk laat met Noord-Korea tegemoet treden op het financiële slagveld. Doen we dat niet, dan blijven we onze eigen veiligheid (en die van Oekraïne) compromitteren door het leger aan de andere kant van de loopgraven met dollars en euro’s te blijven spekken, alleen maar omdat sommige bedrijven en aandeelhouders daar zelf baat van ondervinden. Weg met die sinterklaasbaard zou ik dus zeggen.