Update Brazilië | Na 25 jaar formele onderhandeling en een principeakkoord in 2019 heeft Ursula von der Leyen op 6 december ’24 in Montevideo, Uruguay, de handen geschud van de presidenten van de Mercosur-lidstaten voor het sluiten van een vrijhandelsakkoord tussen de twee handelsblokken. Hoewel alles nog niet in kannen en kruiken de Atlantische Oceaan zonder heffingen kan oversteken – aangezien het Europees Parlement en de lidstaten nog goedkeuring moeten geven aan het verdrag – is duidelijk dat zowel de Mercosur als de EU hunkeren naar economische zekerheid en onafhankelijkheid ten opzichte andere grootmachten, met name China en de Verenigde Staten. Een handelsverdrag dat de handelstarieven verlaagt kan niet los worden gezien van een dreiging om het omgekeerde te doen door aanstaand president Donald Trump. In de politieke en economische onzekerheid zoekt men naar nieuwe partners. Het momentum lijkt daar voor een doorbraak.
Het handelsverdrag één van de agendapunten op de G20-top in november van dit jaar. De ogenschijnlijk warme connectie tussen de Braziliaanse Lula en Franse Macron en kille verhouding tussen Lula en president Milei van Argentinië deden niet direct voorspellen dat niet lang daarna zowel Milei als Lula met brede glimlachen op de foto stonden met von der Leyen. Milei staat bekend als zeer kritisch ten opzichte van de Mercosur zelf, die hij onlangs nog een “gevangenis” noemde op de top van 6 december in Montevideo, juist vanwege de handelsbeperkingen die het handelsblok zou veroorzaken.
Ondanks de kritiek op de Mercosur als organisatie en mede dankzij de grote voorstand voor vrijhandel vanuit Milei werd consensus bereikt binnen de in het verleden eveneens intern sterk verdeelde Mercosur, waar Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en sinds dit jaar Bolivia (dat niet meegenomen is in het handelsverdrag), deel van uitmaken. Venezuela werd in 2017 vanwege de ondemocratische politieke situatie geschorst als lid.
De Mercosur – in het Portugees ‘Mercosul’ en in Guaraní, de andere officiële taal die vooral in Paraguay wordt gesproken, ‘Ñemby Ñemuha’ – is met zo’n 300 miljoen inwoners een interessante afzetmarkt voor de EU en vice versa. De Mercosur importeert met name industriële producten uit de EU, terwijl de EU vooral agrarische producten en grondstoffen vanuit de Mercosur importeert. Laatstgenoemde is geopolitiek gezien zeer relevant, terwijl milieuorganisaties en de landbouwsector – met name de vleessector – tot de luidste protesten leiden.
Aan de andere kant van de oceaan, in Europa, heeft men in sommige lidstaten nog grote twijfels, aangevoerd door met name Frankrijk en Polen. Grootste kritiekpunten zijn een ongelijk speelveld en verschillende standaarden op het gebied van arbeids-, dieren- en milieurechten. Een ander veelgehoord kritiekpunt is dat vooral grotere multinationals in beide handelsblokken zullen profiteren van een deal. In Nederland – dat altijd groot voorstander was van het verdrag – is inmiddels onder aanvoering van de BBB ook kritiek te horen. De Europese Commissie blijft verzekeren dat de standaarden voor gezondheid en veiligheid met betrekking tot producten vanuit de Mercosur hetzelfde zullen zijn als die van Europese producten. Mogelijk speelt de verdeeldheid en de politieke veranderlijkheid de EU parten in een overeenkomst. Kan de EU wel tijdig op de nieuwe dynamieken van de veranderende wereldorde anticiperen, zo niet reageren?
De liberalisering van de handel geldt voor de meeste goederen en diensten in beide richtingen. Binnen verschillende soorten goederen wordt in verschillende tempo’s afgeschaald naar minder of geen heffingen en ook tussen landen kunnen verschillen bestaan. Zo staat in de nieuwste versie van het verdrag dat heffingen in principe over tien jaar afgebouwd worden voor industriële exportgoederen vanuit de EU, maar voor bijvoorbeeld elektrische en hybride auto’s en voertuigen geldt een periode van 18 jaar.
Duidelijk is dat in de overeenkomst sterk rekening is gehouden met eerdere kritiek. Zo is er erkenning voor meer dan 350 beschermde producten vanuit bepaalde regio’s, zoals Limburgse vlaai, wordt de import van rundvlees, gevogelte en suiker beperkt, en moet door alle partijen het Parijs Klimaatakkoord en de EUDR nageleefd worden.Verschillende landen zijn wat betreft grondstoffen zeer belangrijk voor de EU. Momenteel is de EU voor een aantal van die grondstoffen nog sterk afhankelijk van China. Argentinië bezit ongeveer 21% van de wereldwijde hoeveelheid lithium (het nog niet opgenomen Bolivia ook nog eens 22%). Brazilië bezit ongeveer 18% van de zeldzame metalen (‘rare earths’) en 12% van het nikkel. Voor technologische onafhankelijkheid en de duurzame- en energietransitie zijn dat essentiële stoffen.
Wat op het eerste oog slechts een handelsverdrag is, is in werkelijkheid ook een middel voor het creëren van geopolitiek kapitaal. Het is exact de zoektocht die zowel de Mercosur als de EU doen bewegen. Onder andere de dreiging van forse importheffingen vanuit de zijde van de Verenigde Staten, conflicten in Oost-Europa, Afrika en het Midden-Oosten, ingewikkelde verhoudingen met China zorgen ervoor dat men actief op zoek gaat naar “vrienden”. Het liefst vrienden die producten kunnen bieden die de afhankelijkheid van precies die landen en regio’s verminderen.
Vanuit de Mercosur is men al druk bezig om ook voorbij het EU-Mercosur verdrag handelspartners te vinden. Zo hoeft een verdrag met Singapore slechts nog geratificeerd te worden, zijn er gesprekken met de Verenigde Arabische Emiraten en weet persbureau Reuters te melden dat ook met Mexico, Canada (beide direct zeer getroffen door eventuele handelsbelemmering onder Trump), Vietnam, Zuid-Korea, Indonesië en Libanon reeds actief contact is of ten minste door diplomaten worden genoemd als mogelijke bilaterale partners. Isolationisme en protectionisme aan de ene kant zorgen dus voor kansen aan de andere kant.
Ook in Nederland zouden bepaalde sectoren of bedrijven de lasten van de overeenkomst meer dan de baten kunnen treffen. Echter, de geopolitieke belangen zijn te groot om het verdrag te stoppen. Een constructieve houding is nodig, waarbij Nederland scherp kan zijn op het naleven van de standaarden opgenomen in de overeenkomst. Er kunnen voorbereidingen getroffen worden voor de implicaties. Als eerlijke concurrentie gewaarborgd wordt zijn er enorme mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven en organisaties, alsmede voor consumenten.
In een wereld waar geopolitieke verhoudingen voortdurend veranderen, is het essentieel dat Nederland niet alleen als een actieve speler in de EU optreedt, maar ook als een bruggenbouwer naar nieuwe markten. Partners zijn hard nodig en daarbij kunnen en moeten we goed gebruikmaken van de diplomatieke banden van de verschillende lidstaten. De EU-Mercosur overeenkomst kan een kans zijn om niet alleen economische groei te stimuleren, maar ook om een leidende rol te spelen in het bevorderen van duurzame en eerlijke handelspraktijken. Afwachten is geen optie.